Een speciale dag is het, ieder schooljaar weer. De dag dat de stoelen voor het laatst bezet zijn voor de grote vakantie begint. De kleuterstoeltjes lijken ineens zo klein als ik kijk naar de kleuters met lange benen vol schrammen en schaafplekken onder de korte broek. Het wordt tijd om ze uit te zwaaien. Ik zie je in gedachten weer onwennig binnenkomen, op zoek naar een stoel met jouw naam en maar blijven zwaaien naar je moeder terwijl je even met je mouw over je ogen wrijft. Even maar hoor, want nu ben je groot!
De geur van schoonmaakmiddel hangt nog een beetje in de lucht. En daarbij een vleugje verwachting… want bijna begint die lange vakantie van maar liefst zes weken. Dat is zo lang… het past niet eens op één hand. Maar eerst deze dag! En o ja, er zit iets verstopt onder je stoel! Voorzichtig komt het er onder vandaan… “Juf, dit is voor u!”
Afhechten
Die laatste dag is ook een beetje vervuld van weemoed. Veertig schoolweken waren we bij elkaar. We deelden vreugde en verdriet. Er was boosheid om ‘niet-eerlijk-ik-ben-op-de-stuurkar’. Er was gegiebel om de grapjassen.
Er werd gezocht naar gymschoenen en prikpennen, fietssleutels en die ene verdwaalde want.
Ik denk ook aan alle ochtenden dat de Bijbel open op de tafel lag. Ze konden het zelf nog niet lezen, ik mocht het aan ze vertellen. Zaadjes geplant, elke dag opnieuw. Zal het vrucht geven? Ik voel vooral dat ik tekort geschoten ben. Heb ik niet teveel gezegd? Of misschien te weinig? Ik geef het over in Zijn hand.
Wat blijft er nu over van zo’n schooljaar? Een rapport in een map. Een verdwaalde veterdiploma, of… is het meer?
Ik bekijk de snoetjes één voor één en zie ogen die me aankijken. Ik zie kinderen zitten die dit schooljaar aan mij waren toevertrouwd. En ik weet dat ik ze vandaag los moet laten. Of nee, ik geef ze weer terug! Terug aan de ouders die ze bij mij brachten op de eerste dag van dit schooljaar. Want het voelt heel eigen, maar het zijn mijn kinderen niet. Ik mocht dit jaar met ze meelopen, een klein stukje op hun weg van het leven. En nu laat ik hun hand los. Straks lopen ze naar buiten en zwaai ik ze uit…
Deze laatste dag is een dag om af te hechten. Het laatste steekje wordt gemaakt en straks, als de bel gaat, stop ik dat draadje weg. Het zal niet meer rafelen, er komt geen steek meer bij, het is werk is af. Voor nu.
Verwennerij van waarde
En dan nog even over dat moois onder de stoelen… Elk jaar is de laatste dag ook een dag vol verwennerij. Ik kan altijd huiswaarts met zeep, chocola en nog veel meer.
Glimogen van de gever en de woorden die een moeder schreef op een kaartje zijn me het meeste waard. Elk cadeau heeft waarde maar als ik aan collega-juffen vraag: wat is een bedankje met meerwaarde? Dan hoor ik: “dat kaartje van die moeder die me bedankte voor de zorg van haar kind, of die schelp van het meisje wat het mooiste exemplaar voor mij had uitgezocht.” Nieuwsgierig naar de nummer 1? Zelfgebakken koekjes! Een moeder had met haar kind samen in de keuken gestaan om iets lekkers te maken. En niet alle koekjes waren hetzelfde van formaat, ze waren gebutst en soms gebroken, maar de moeite die gedaan was, dat maakte de koekjes onbetaalbaar!
De jaren van een full-time baan liggen ver achter mij. Nu ben ik moeder van een peuter en een kleuter. Met juffen die een stukje met ons meegelopen zijn. De pakken koekjesmix staan hier al klaar.
Namen noemen
Het schooljaar sluiten wij thuis ook af. Met een dankbare blik op het rapport én gebed. Zoals ik als juf in het laatste gebed van het schooljaar de namen noemde van de kinderen in de kring, zo noemen we nu de namen van de juffen die onze kinderen onderwijs mochten geven. Zo mag je elkaar loslaten, in de wetenschap dat de Heere zorgt.
En o ja, die koekjes: in de zesde vakantieweek bakken we opnieuw een bakplaat vol! Die zijn dan voor mezelf. Voor de mamajuf die opvoeden helemaal niet zo eenvoudig vindt. Zeker niet die zes weken in de zomer!
Een cadeau
Ik kende je niet
en jij kwam zomaar in mijn leven.
Een heel jaar lang
mocht ik je les gaan geven.
En dan, dus nu
aan het einde van een jaar,
ben je voor het laatst
en groeten we elkaar.
Ik ken je nu
tenminste voor een deel.
Je bent vertrouwd;
Wat deelden we toch veel.
Maar dan ga je weer weg
naar weer een andere klas.
‘Nou succes’ zeg ik
‘ik ben blij dat je er was’.
Mijn hart doet zeer
als ik mijn groep zie gaan
en met een leeg gevoel
blijf ik in mijn eentje staan.
O God,
U brengt die kinderen en mensen,
U brengt ze allen op mijn pad.
En plots besef ik het:
Ik heb nog nooit
zo’n groot cadeau gehad!
Prachtig!!
Ah, wat mooi! Wat liefdevol!!
Prachtig verwoord Marieke….. Er is niets aan toe toevoegen of af te halen…
Ontroerend geschreven…..