Ga naar de inhoud

Als je kind ‘anders’ is

pixabay-heart-1192662

Het is dinsdag, dan loopt hij zelf naar school. Stoer dat hij het vindt! Bij de poortdeur staat hij stil, maakt van zijn handen een hartje, schenkt mij een echte glimlach, blaast en handkus mijn kant op, draait zich om en verdwijnt om het hoekje van de deur. Met gemengde gevoelens kijk ik hem na. Ik hou zoveel van hem. Hoe zal het gaan vandaag? Hoe zal het gaan met zijn schoolwerk? Zal het hem lukken? Hoe zal het gaan met de andere kinderen in de klas? Hoe is hij als ik hem straks uit school ophaal?

Houdt U mijn kind vast
als ik hem los moet laten
en laat altijd Uw kracht
boven zijn zwakheid staan.

Elke moeder kijkt haar kind wel eens in gedachten na. Wat wordt hij of zij snel groot. Waar is de tijd gebleven? Hoelang is het geleden dat het in je armen lag? Klein, totaal afhankelijk en hulpeloos. En nu gaat het zelf naar school. Elke moeder voelt dán vreugde, dan zorgen, dan blijdschap of soms verdriet. Maar wat als je je vooral vaak zorgen maakt om je kind? Je afvraagt hoe het zal gaan? Als je bezorgd kijkt naar de toekomst? Als je soms echt niet weet hoe het zal moeten? Als je geen idee hebt hoe je je kind het beste kunt helpen?

Ik gun mijn kind zo graag onbezorgd kind te kunnen zijn. Vrolijk, gelukkig, genietend van de eenvoudige dingen van de dag. Het is pijnlijk om mijn kind te zien worstelen met het gewone leven. Moeilijk om te zien dat hij het leven als een last ervaart. Als ik terug denk aan mijn eigen kindertijd, dan was die zo heerlijk onbezorgd. Ik dwarrelde zonder enige moeite mijn schooltijd door. Had vriendinnen genoeg. Zo’n beetje alles ging vanzelf. Het schoolwerk ging zonder moeite. Ik wist wat er van me verwacht werd en deed dat gewoon. Maar ik zie  dat bij mijn kind alles moeite kost, dat het leven eigenlijk een strijd is en het op school moeizaam gaat. Ik zie de frustratie bij hem. Wat is dat moeilijk!

Ontkenning

Als ik weer naar een hulpverlener rijd met hem, als ik tegenover de juf zit in een gesprek, als ik weer de dokter bel voor één of andere verwijzing, dan vraag ik me ook wel eens af waar ik eigenlijk mee bezig ben. Waar houdt dit op? En als hij dan diezelfde avond stoeiend met zijn broertje over de grond rolt of ze samen een duplotoren bouwen, denk ik: ‘Wat is er eigenlijk aan de hand? Ik stop overal mee’. Tot hij de volgende ochtend zijn zus aanvliegt en stuiterend door het huis gaat. Tot ik zie hoe hij iedereen die hij tegenkomt een tik op zijn hoofd verkoopt als ik hem ophaal van school. Soms worstel je als moeder met gevoelens van ontkenning. Soms is er in alle hevigheid de confrontatie. Er zijn dagen die in stille rust en dankbaarheid voorbij gaan. Vaak heb ik het gevoel dat ik hem en zijn gedrag uit te moet leggen aan anderen en hem moet verdedigen. Soms kan ik daar ook helemaal klaar mee zijn. Ik hoef niet alles uit te leggen, ik wíl niet alles uitleggen.

Speciale liefde

Weet je wat mooi is? Van speciale kinderen hou je ook speciaal. Ik hou van al onze kinderen zielsveel! Van allemaal evenveel. Maar die ene… Ik hou niet méér van hem, maar het is ánders. En ik vind het extra mooi als mensen in hem iets moois zien. Als ik merk dat die hulpverlener hem écht ziet. Als ik denk: hé, zij heeft hem door. Het doet me zelfs goed als de juf eerlijk zegt dat ze eigenlijk niet weet wat ze met hem aan moet. Ze zíet hem.

Soms kan alles zo uitzichtloos of moeilijk lijken. Je kunt vragen hebben. Heere, waarom is dit? Waar is dit goed voor? Waarom moet mijn kind het moeilijk hebben op deze aarde? Maar de Bijbel is eerlijk. De Heere heeft nooit onbezorgdheid belooft. Nergens in de Bijbel staat dat het leven makkelijk zal zijn. De Heere zegt wel dat Hij erbij wil zijn. Hij zegt dat Hij zorgen zal. Kracht wil geven. Houdt moed! Waarom hebben we onze kinderen van de Heere gekregen? Om ze een onbezorgde kindertijd te bezorgen? Om te zorgen dat ze fluitend door het leven gaan? Om hun weg gemakkelijk te maken? Wat is het doel van ons bestaan? Van het mijne? Van het leven van mijn kind?

Leven van genade

Wat kun je je kind veel leren over zonden, genade en vergeving. Over falen, struikelen en weer opstaan. Als je kind veel fouten maakt is er veel te vergeven. Je kind die vaak struikelt en missers begaat leert in de praktijk van alle dag van genade en vergeving te moeten leven. En jijzelf ook. Want het lukt hem en jou niet. Als je steeds weer moet bespreken met hem wat er mis ging. Als je steeds samen weer opnieuw begint. Als je na een flinke confrontatie samen op de rand van het bed zit, samen alles bij de Heere brengt, elkaar vergeeft (ja ook hij jou als je te snel of verkeerd boos was) een knuffel geeft en weer opnieuw begint, dan leert je kind  dat hij het niet zelf kan. De Heere nodig te hebben, vergeving nodig te hebben, van genade te moeten leven. Je hebt zoveel kansen dat door te geven. Veel meer dan met dat kind dat alles doet zoals verwacht wordt en die (bijna) nooit een flinke misser begaat. Waar het gesprek over vergeving en genade zelden gevoerd wordt.

Onze kinderen zijn geboren in de gemeente. Ze zijn gedoopt. De Heere noemde ze bij hun naam. Ook bij hen was Hij de eerste. Ook bij hen zei Hij: Ik wil jouw God zijn.

Dan kan het heel stil en rustig worden vanbinnen. Dan is het opeens zoveel makkelijker om bij de dag te leven en met rust en vertrouwen de toekomst te zien. Dan is het bijna eenvoudig om je kind los te laten bij onze Heere God, het over te geven in Zijn handen. Dan klinkt uit ons gebed niet (alleen) of God de zorgen weg wil nemen en problemen op wil lossen. Dan klinkt het:

Ik vraag U niet mijn kinderen
elk verdriet te sparen,
maar wees Gij wel hun troost,
als ze eenzaam zijn en bang
Wil om Uws naams wil hen
in Uw verbond bewaren
en laat ze nooit van U vervreemden
nooit, hun leven lang

Dit blogartikel werd geschreven door één van onze blogschrijfsters. 

Reacties

14 gedachten over “Als je kind ‘anders’ is”

  1. Wat ontroerend open geschreven!
    Ook jullie zoon: geschapen naar Gods beeld!
    Ik las een poos geleden een prachtig gedicht, waarvan de boodschap me nu nog steeds bij blijft. Laten we allemaal (ook als onze kinderen ‘gewoon’ meehobbelen) naar het unieke in elk kind/mens kijken. Door God geschapen!

    VERTEL HET ZAADJE NIET
    Dat het een bloem moet worden
    Dat het hard moet werken
    Goed moet luisteren
    En zich voorbeeldig moet gedragen
    Zich moet haasten voordat
    De andere bloemen te hoog zijn en,
    Boven hem uittorende,
    Hem de zon ontnemen

    Maak het zaadje niet klein
    Door te zeggen dat het maar een zaadje is
    Terwijl er een wereld aan bloemen in hem leeft
    Vertel het zaadje niet hoeveel het moet drinken
    Hoeveel het moet zonnen
    Hoeveel het moet groeien
    Wat het moet worden

    Vertel niet
    Dat breken niet de bedoeling is
    Dat hij heelhuids aan moet komen
    En vraag je dan niet af
    Of hij wel de goede kant op gaat
    En hoe hij dat zo zeker weet dan

    Vraag het zaadje niet
    Wat zijn plan is
    Welke kleur zijn bloem word
    En hoe hij daar gaat komen
    Zo hoog
    En waar hij denkt
    die kleur vandaan te halen
    Uit die gele zon? Of de bruine grond?

    Vertel het zaadje niet dat hij pech heeft
    Verkeerde ouders of
    Verkeerde grond
    Te weinig regen
    Of te veel zon

    Vertel het plantje niet dat het niet goed groeit
    Te krom te langzaam te raar
    Dat de blaadjes er gek uitzien
    Of te veel aan een kant staan
    Dat hij gek danst
    Of geen kans heeft
    Slechts om vertrapt te worden
    Opgegeten
    Opgegeven

    En vertel hem uiteindelijk niet
    Dat de bloem de verkeerde kleur heeft
    Omdat de bloemen om hem heen anders kleuren
    Of dat hij verkeerd ruikt
    Niet zoet genoeg is of te veel op een ander lijkt
    Dat geen vlinder of bij naar hem omkijkt

    Vertel het zaadje slechts
    Hoe mooi het is
    Hoe eigen
    Hoe echt

    Vertel het zaadje
    Dat hij uniek is
    Er nooit eentje was zoals hij
    En dat dat nou juist zo prachtig is
    Dat we zo benieuwd zijn naar
    Hoe je groeien zal
    En wat je brengen zal en
    Dat de aarde je draagt
    De zon naar je lacht
    En het water je voedt
    Dat we blij zijn dat je er bent
    Op precies de goede plek
    Met precies de goede manier van zijn
    Dat de wei nog net wat mooier is
    En dat je daar samen zal staan
    Met al die anderen
    Die net zo prachtig uniek zijn als jij
    En precies dat maakt het
    Goed

    Zachtjes regent het
    Op de grond
    En er is geen haast
    Je voelt vanzelf
    Wanneer je breekt en open gaat en
    Onthoud
    Dat wat je bent nooit vergaat
    Hoe je ook groeit of breekt of bloeit
    Wees Welkom

    (Esther van Nieukerke)

    1. Wat een mooi gedicht inderdaad! Niet van onze kinderen willen maken wat wij belangrijk, mooi of leuk vinden. Maar wat God bedoelt. Ik denk dat ik het gedicht een poosje op ga hangen. Dank je!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

U gaat naar de webshop