Weet je dat de lente komt lente komt, lente komt
Weet je dat de lente komt, alle loopt weer uit
De eerste zonnestralen die tint’len op je huid
De eerste bloemen bloeien, de eerste vogel flui-uit
O, wat was het heerlijk die warme dagen, die zonnestralen! Wat is het heerlijk buiten opeens een groene gloed over de bomen en struiken te zien verschijnen. De eerste kleine blaadjes tevoorschijn te zien schieten. Wat zijn ze prachtig, al die voorjaarsbloemen. Wat kun je enorm genieten van de bloesem die je buiten ziet. Als ik aan de keukentafel zit en naar buiten kijk, zie ik vogels af en aan vliegen. Takjes, blaadjes, veertjes in hun bek. De buurvrouw hing in ons blikveld een vogelhuisje op en een dag later was deze al bewoond. Het echtpaar heeft het druk. Ik neem me voor om deze week even de polder in te gaan op de fiets met onze jongsten. Eens kijken of er al lammetjes te zien zijn.
De eerste lentedagen
Wat waren ze fijn die warme dagen! Onze kinderen genoten enorm. De zomer was begonnen in hun ogen. Korte mouwen moesten uit de kast. De zandbak werd ingewijd. ‘s Avonds was het ook nog eens langer licht. Na het avondeten vertrokken ze nog een poosje naar buiten. Wat een feest. Wat hen betreft mocht het tot de zomer zo blijven.
Ik hou ook van de lente! Het ontluiken van leven na de lange winter. Na al die maanden kou. Na dat sombere, dat donkere, dat levenloze. De warmte, de zon! Het leven wakker zien worden. Het geeft me hoop en geloof. Het laat me steeds weer de belofte van nieuw leven zien. Het laat me zien dat God doet wat Hij belooft. Het laat me zien, dat hoe somber, donker en doods het kan zijn, er nieuw leven kan ontstaan. Het leert me dat het doodse zelfs noodzakelijk is. En ik ontdek dat juist door dat doodse het nieuwe leven een groter wonder wordt.
Wij hebben in de achtertuin een beukenhaag. Ik wilde die zo graag… Maar elke voorjaar is het een doorn in mijn oog. Als de hele wereld al groen is. Staat er in onze achtertuin een heg, helemaal vol met dode bruine bladeren. Wat heerlijk als ik dan, na dagelijkse speurtocht tussen al dat dorre blad, een groen blaadje ontdek tussen alle bruine! Als er eenmaal één groen is, dan is het binnen een paar dagen een fris groene heg! Het laat me Bijbelse dingen zien. Over tarwekorrels die sterven in de grond. Die moeten sterven, om leven te geven. Het brengt me in gedachten bij Goede Vrijdag, bij Pasen. Bij dood, bij opstanding en leven.
Lente in huis
Buiten is de lente in volle glorie aan de gang. Ik krijg zin om het ook in huis te halen, om het te vieren. Hoe kan ik dit voor onze kinderen extra aandacht geven?
Die ochtend deed ik het drinken en fruit in de schooltas van de kinderen. Ergens in de kast moesten nog chocolade-eitjes liggen. Ik stopte er een paar bij het fruit in de tas. Op het bakje plakte ik een briefje… Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt…
Als ik die dag een ommetje maak met de kinderwagen speur ik de gemeentetuinen af. Is er ergens een boom of struik in de bloesem die een tak kan missen? Of die zo in de verdrukking staat dat een tak niet gemist wordt? Een bloesemtak in een vaas, hoe fijn is dat? Jammer, ik vond die ochtend niets. Of ik durfde het toch niet mee te nemen. Dat wordt een ritje naar de bloemist als ik ergens een gaatje heb. Bloesem vind ik misschien wel het fijnste van de lente. Vorig jaar pootten we twee appelboompjes in de tuin. Ik kijk de bloesem er haast uit.
Een moment om te vieren
Avondeten, dat is nog steeds niet mijn favoriete moment van de dag. Maar elke dag komt het weer terug. Dus… vandaag maar eens gegoogeld op ‘lente groente’. Asperges? Nee. Daar hou ik zelf niet zo van. Prei, lekker! Alleen… dat wordt echt een strijd. Daar heb ik vanavond niet zoveel zin in. Spinazie of snijbonen dan maar. Dat moet wel lukken. Tafel dekken met gele papieren als placemat, de bos tulpen verhuizen van de salontafel naar de eethoek. En vijf chocolade-eitjes laten verdwalen op de tafel. Het lentediner is een feit. Als ik tijd over heb (ik denk van niet) bedenk ik nog een lentetoetje. Of maak ik zelf een paar tulpen van papier voor in de glazen op tafel.
Ik ging op zoek naar een Bijbelgedeelte over de lente. Dat was nog de lastigste klus. In de Bijbel wordt weinig over de lente gesproken. In het Hooglied wordt gesproken over de zangtijd die genaakt, over bloemen in het veld en tortelduiven. Er wordt gesproken over vroege (en spade) regen. Uiteindelijk valt mijn keuze op psalm 104. Een loflied op Gods schepping. Als ik de woorden tot me door laat dringen word mijn verwondering groter en word ikzelf kleiner. Hij heeft het alles gemaakt. Ook deze lente komt van Hem.
Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van Uw goederen (rijdommen) (Psalm 104: 24)