Eind april vieren we onze trouwdag. Dit jaar was dat alweer veertien jaar. Bijna elk jaar gaan we er even uit, samen. Soms was het een dagje, soms een nachtje of twee. Alhoewel het even een geregel is met oppas, is het de moeite waard.
Ik herinner me nog een keer in Limburg. We reden naar het drielandenpunt en wilden daar wandelen. Toen ik de auto uitstapte, liep ik meteen naar de kofferbak om de kinderwagen te pakken, om toen lachend te beseffen dat we met z’n tweetjes waren. Even later aten we een ijsje op een terras. Het was zo warm en er gebeurde heel veel om ons heen, dat mijn ijsje smolt en een grote klodder op mijn man z’n arm viel. Ik reikte naar mijn luiertas voor een billendoekje – die dingen zijn zo handig – maar aangezien we geen kinderen bij ons hadden, had ik dus ook geen doekjes. Het werd een heel geklaai met servetjes en plakkerig softijs. Hoofdschuddend zei mijn man; “Heb ik geen kinderen bij me,…”
Toeschouwer
Zoals ik al zei; er gebeurde heel veel om ons heen. Er was bijvoorbeeld een gezin met twee oudere kinderen, die liever naar het zwembad wilden en nog meer te klagen hadden. De vader zei op den duur: “Dan ga je maar in de auto zitten wachten”, waarop de jongen spontaan terugliep naar de parkeerplaats en de ouders onderling een conflict kregen. Daarna kwam er een andere familie, met een enthousiast jochie voorop. Hij rende en… struikelde, met zijn gezicht volop in het grind. De moeder hees hem overeind, klopte hem af en zei geïrriteerd: “Waarom doe je ook nooit eens rustig…!”
Begrijp me goed, ik schrijf dit niet, omdat ik een perfecte moeder of echtgenote ben. Ik voelde me toeschouwer van een akelig tafereel. Een akelig herkenbaar tafereel. Want ook ik zit zo vaak in een vacuüm, ik kan ook snauwen, onredelijk zijn en dingen zeggen die de situatie er niet beter op maken.
Afstand
We zaten daar en concludeerden dat het gezinsleven heerlijk is, dat het een heleboel gezelligheid geeft, dat het ons een levensdoel geeft en dat je na een nacht weg weer graag de zachte, warme kinderlijven in je armen sluit. Maar het gezinsleven staat ook vaak bol van de activiteiten, verplichtingen en bezigheden, waardoor je de warmte soms niet ervaart en je je vermoeid voelt. Dan ben je gehaast, snel geïrriteerd en zie je elkaar niet echt. Dat geldt voor zowel je huwelijk als je kinderen.
Als je samen weg bent, kun je letterlijk en figuurlijk op afstand de dingen bekijken en kom je tot inzichten die je in het heetst van de strijd thuis niet ziet. En die strijd denk je ook in je eentje te moeten leveren. Het is goed om op afstand, met een ijsje in je hand, samen dat soort dingen te bespreken en dan een plan van aanpak te bedenken.
Visie
We nemen ons altijd voor in de eerste instantie niet te praten over de kinderen. Daar heb je het toch al vaak over. We kiezen er bewust voor dingen te doen die we leuk vinden. Nieuwe dingen zien, uren wandelen, tafelen met aandacht voor elkaar en dat wat je eet (laten we eerlijk zijn, soms schuif je thuis je eten naar binnen, terwijl je het niet proeft, omdat je gericht bent op het gezin), dat zijn dingen waar ik erg van geniet als we weg zijn. We praten over de jaren die achterliggen, onze dromen en verlangens, over wat we zien en wat we belangrijk vinden. Het zijn dagen waarop we investeren in elkaar; het gezin begon tenslotte bij ons samen en dat blijft de basis, die moet ook goed blijven!
We zijn geen bedrijf, maar de gesprekken leiden vaak toch tot het (her)vormen van onze visie op alle terreinen van het leven. En hoe druk we ook zijn met de alledaagse dingen, onze trouwtekst mogen we altijd – biddend – in ons vizier houden; Want het leven is mij Christus (Fil. 4:21a). Alleen zo kunnen we met hoopvolle harten naar Huis.
Komen er nog ontmoetingsavondn dit jaar.