Triomfantelijk veegt onze kleuter een reclamefolder van de deurmat. “Kijk! Dit boekje lag op de mat!” zegt hij terwijl hij langs me heen loopt. In één streep loopt hij naar de oud papierbak en zegt: “Is reclame”…
Niet goed voor je oogjes
Hé, dat klinkt exact hetzelfde als mijn stem. Laatst vroeg hij me waarom er een auto op het scherm verscheen toen we de laptop aangezet hadden. “Dat is reclame!” legde ik uit. “Waarom is dat?” O ja, een kleuter wil uitleg. “De meneer van de autofabriek laat dat plaatje zien. Dan hoopt hij dat mama de auto zo mooi vindt dat we die gaan kopen.” Aan mijn stem is waarschijnlijk al te horen dat ik dat ‘kopen’ niet van plan ben. Vertwijfelend klinkt het: “Het is wel een mooie auto…” “Jazeker! Maar we kopen hem niet. Dat kiezen papa en mama zelf en niet de meneer van de autofabriek.” Zelf kiezen past wel in het straatje van onze denkende oudste en hij knikt begrijpend.
Voor de mat-vangst in de oud papierbak verdwijnt vraag ik voor de zekerheid of ik nog even mag kijken wat het is. Hij kijkt verward naar het papier. Ik zie dat het een reclamefolder is voor een kliniek die specialist zijn in ooglidcorrecties. Onze kleuter kijkt nog eens goed “voor je oogjes!” Hij kijkt me aan, gooit de folder weg en zegt: “niet goed voor je oogjes joh…”
Waar kijk ik naar?
Nee, een ooglidcorrectie is hier nog niet nodig. Mijn oogleden zijn heel gemiddeld, dat laten we maar zo. Maar dat corrigeren… misschien niet van mijn oogleden maar wel van mijn kijkrichting. Daar zit een pijnpuntje. Wat zoek ik toch met mijn ogen als ik mijn telefoon langer in mijn handen vasthoudt dan nodig? Waar zoek ik naar als ik scrol over het scherm? Toch even nog kijken voor de nieuwe zomermode? Zijn er ook al nieuwe schoentjes? O ja, nieuwe jasjes moeten er ook nog komen…
Derde dag
Kijk! Ik zie twee mensen wandelen, bij Jeruzalem vandaan. Met harten vol vragen. Ze hadden zoveel gezien. Wat over bleef? Twijfel, verdriet en teleurstelling. Dat laatste vooral. Alle hoop vervlogen…
En wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen. Maar al met al is het vandaag de derde dag sinds deze dingen gebeurd zijn. (Lukas 24 vers 21)
De derde dag, dan is er geen weg meer terug. De terugreis naar Emmaüs dan maar. Onderweg worden ze ingehaald, ze worden gezien. Ze zijn zo druk met hun vragen en teleurstelling… ze hebben geen idee van Degene die met hen oploopt. Hij is het, Jezus, Hij loopt dat tweetal niet voorbij. Hij komt naast hen lopen. En… kijk: Hij luistert.
Wandelen
Bepakt met teleurstelling, verdriet, een beetje vreugde en een heleboel vragen… Luisteren en niet in de rede vallen… zie je wat Lukas schetst?
Waar kijk ik naar onderweg, in mijn moeders-moeten-zoveel-bestaan? Naar mezelf met mijn schoenen die het pad bewandelen, al dan niet met een gehaast tempo?
Let ik teveel op de weg die achter me ligt? Die hobbel waar ik net omheen liep of dat vervelende steentje wat ik net uit mijn linkerschoen heb gehaald?
Kijk ik teveel vooruit, wat komt er na die bocht?
Misschien moet ik mijn tempo verlagen om ingehaald te kunnen worden?
Het kantelpunt van dit Bijbelgedeelte staat in vers 30 “En het gebeurde, toen Hij met hen aan tafel aanlag, dat Hij het brood nam en het zegende. En toen Hij het gebroken had, gaf Hij het aan hen.”
Zien
Dan zien ze het! Ze kijken en vergeten hun twijfels en teleurstelling. Verdriet wordt vreugdevolle verbazing want ze herkennen Jezus in de alledaagse handeling van het breken van het brood.
Hij opende hun ogen, liet Zich zien. Deze keer zullen ze dit moment, het breken van het brood door de Gast aan hun tafel, nog lang op hun netvlies gehad hebben.
We hebben het Paasfeest gevierd. Nog maar zo kort geleden werden ons beelden geschetst. De evangelisten schilderen het ons voor. Ik keek, wees onze kinderen naar het kruis en open graf en zei: “Zie je dat?”
En ik? Heb ik Hem gezien?
Mooi bericht van Marieke en mooie vergelijkingen erin. Dank je wel
Stukje van Spurgeon dat er mooi bij past:
“Houd je oog eenvoudig op Hem gericht. Laat Zijn dood, Zijn lijden, Zijn verdiensten, Zijn heerlijkheid, Zijn voorspraak je steeds voor de geest staan. Zie als je ’s morgens wakker wordt, op Hem. En als je ’s avonds gaat liggen, zie op Hem! Laat je hoop noch je vrees zich tussen jou en de Heere Jezus plaatsen. Ga dicht achter Hem aan, en Hij zal je nooit verlaten.
Mijn hoop en troost is te aller stond
op Jezus en Zijn bloed gegrond.
‘k Betrouw niet op bevinding, nee,
Ik steun op Jezus’ Naam alleen!
Dat is een prachtige aanvulling Aritha! Dank je wel.