We zijn met verlof in Nederland. Voor de tweede keer in de afgelopen vijf jaar mogen we weer een poosje aanschuiven. Naast de verplichte onderdelen van presenteren, bijscholen en medische onderzoeken mogen we ook heerlijk genieten. Genieten van onze familie en vrienden, het Nederlandse eten en de comfort van deze westerse samenleving.
Toch is er verschil tussen het eerste- en ons huidig verlof. Voelden we ons de eerste keer sterk verbonden met alles en iedereen, nu merken we dat we het soms niet meer goed kunnen volgen. Dat we niet precies weten wat er zich afspeelt. Dat we het gevoel bij bepaalde zaken niet meer hebben. Én andersom, waren in het eerste verlof veel ogen op ons gericht, nu is dat anders. Niet dat de mensen geen belangstelling meer hebben. Maar het leven is door gegaan. De taken die wij vijf jaar geleden hadden, zijn ingevuld door andere mensen. De lege plek die we achterlieten met ons vertrek naar Ecuador, is opgevuld door nieuwe gezinnen. Is dat erg? Nee.
Wel confronterend.
Blijkbaar is dit het leven. We zijn vervangbaar. We mogen een poosje mee doen. Voor de ene is dat twintig jaar, voor de ander vijftig en als je heel sterk bent tachtig jaar. Maar uiteindelijk komt voor iedereen het moment dat we afscheid van dit aardse leven moeten nemen. De eerste jaren wordt je naam nog wel genoemd. Maar na verloop van tijd neemt ook de intensiteit daarvan af. Alleen in hen die heel dichtbij stonden, leef je door. Totdat ook zij sterven.
De gedachte dat we vervangbaar zijn is geen aangename gedachte. Het geeft misschien wel een bepaalde somberheid. Zo van: waar doen we het voor. Maar kunnen we dit ook ombuigen? Als het leven nu zo kort en betrekkelijk is, is dat geen reden tot 100% toewijding?
Misschien verlies je je wel in het om je heen kijken. Hoe doen anderen het? Wat hebben zij wat ik niet heb? Of kijk je juist alleen maar (ver) vooruit. Als de kinderen uit huis zijn, dan… Het kan ook dat het verleden zoveel pijn heeft gegeven dat het zijn tentakels nog uitstrekt naar het heden. Of kun je alleen maar achterom zien? Dat wat was en niet meer zal zijn.
Of je nu steeds terug-, om je heen of vooruit kijkt, je vergeet te leven in het nú. En daar is het leven te kort voor.
We hebben de opdracht om de aarde te bebouwen en vruchtbaar te zijn. De Heere wil dat we onze kinderen over Hem vertellen en dat we zorgen voor datgene wat ons toevertrouwd is. We mogen de kosten overrekenen voordat we aan de slag gaan. En zoveel meer opdrachten zijn er gegeven aan mensen ná de zondeval. Sterfelijke mensen.
Sommige mensen voeren deze opdracht hun hele leven op dezelfde plek uit. Een ander wordt geroepen om hierin vaker van plaats te wisselen. De vraag is niet wáár we het doen. Maar hóe we het doen. En voor Wie.
Zomaar wat vragen aan het einde van dit jaar. Waar ben je? Letterlijk, fysiek? Wat moet op dit moment jouw aandacht krijgen? Je weet wel: man, kinderen, baan, kerk. Geef je die ook? En op welke manier? Mag jij in dit nieuwe jaar het verschil maken? Door je liefde, toewijding, blijdschap, kwetsbaarheid?
Voor mij is het een les om te léven. Te leven waar God mij gezet heeft. Nu een paar maanden in Nederland. Straks weer in Ecuador. Niet teveel omzien. Niet al te veel vooruit kijken. Maar met alle aandacht leven in het heden.
En als we toch vooruit willen kijken, laat het dan met verlangen zijn. Zoals Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe: Want wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen. Want ook in deze zuchten wij, verlangende met onze woonstede uit die uit de hemel is, overkleed te worden (2 Korinthe 5 vers 1 en 2).
Iets om over na te denken, dankjewel!
Mooi! Ons leven heeft eeuwigheidswaarde! Juist vanmorgen dacht ik, mijn portie *aandacht* die ik te verdelen heb, wil ik onderwerpen aan de Heer. Dat wil ik als speerpunt gaan maken. Nadat ik me dat bewust werd van hetzelfde met *tijd* en *geld*. Bijzonder dat die blogartikel er nu dan ook deels over gaat. Zegen in alles gewenst!