Ga naar de inhoud

De tweede mijl van een moeder

de-tweede-mijl-van-een-moeder_mirjam-ordelman

Als moeder van een jong gezin bestaat een groot deel van onze tijd uit zorgen. Zorgen dat iedereen ‘s morgens netjes is aangekleed, zorgen voor een ontbijt, zorgen dat de kinderen op tijd op school zijn, zorgen dat de was wordt gedaan, zorgen dat er wordt opgeruimd en schoongemaakt, zorgen voor het avondeten, zorgen voor een huilende baby en voor een kleuter met een kapotte knie. Al die dingen moeten wel, want als we ze niet doen zijn er onmiddelijk problemen. Ze worden van mij als moeder verwacht.

Soms kan me dat even overvallen. Elke dag wéér die was, elke dag wéér de vaat, wéér eten koken, wéér ruzies sussen, wéér troosten, helpen, aanmoedigen. Soms denk ik heimelijk: ‘waar doe ik het eigenlijk voor?’ Ik kan nu wel de badkamer schoonmaken, maar vanavond liggen er weer handdoeken op de grond en zit alles vol spetters. En als de kinderen weer eens met een meningsverschil bij me komen kan ik even genoeg hebben van opvoeden en geïrriteerd reageren: ‘los dat nu eens zelf op! Ik ben bezig, dat zie je toch wel?’

Ik las pas over een vrouw die als helpende in een verpleeghuis werkte. Eén van haar vele taken was het opmaken van zo’n veertig bedden (in de tijd dat dat nog met lakens en dekens gebeurde). Dat was een hele klus, en het was slechts één van haar vele taken. De verleiding was groot om de dekens snel-snel in te stoppen en terug te slaan en door te gaan naar de volgende. Maar ze wist dat er dan ongemakkelijke kreukels in de lakens zouden zitten die je misschien niet zou zien, maar door de ouderen wel gevoeld zouden worden. Toen ze weer eens zo vlug mogelijk een bed wilde opmaken dacht ze plotseling: ‘als dit nu het bed van de Heere Jezus zou zijn, hoe zou ik het dan opmaken?’ Vanaf dat moment probeerde ze elk bed met liefde op te maken, alsof het voor Hem was.

Ik vind dat een enorm leerzaam voorbeeld. Ook ik werk graag snel en zo efficiënt mogelijk. Er wordt heel wat van me gevraagd, en goed, dat wil ik best doen. Maar met liefde? Niet altijd.

Voor wie doe ik mijn werk?

Er zijn allerlei personen voor wie ik mijn werk kan doen. Voor mezelf, omdat ik van een opgeruimd huis en gelukkige kinderen houd. Voor onze kinderen, omdat ze nu eenmaal een moeder nodig hebben en ook omdat ik van ze houd. Voor mijn man, omdat ik eigenlijk graag een compliment van hem wil omdat alles op rolletjes loopt. Voor mijn vriendin die op bezoek komt, omdat ik niet wil dat zij ziet wat een bende het is. Maar de Bijbel laat zien dat ik een andere Werkgever heb:

En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen (Kol. 3:23).

Als de Heere mijn Werkgever is, zou ik mijn werk voor Hem dan niet met liefde en aandacht doen? Als ik wist dat de Heere Jezus morgen in mijn huis zou komen, zou ik er dan niet met al mijn liefde een fijn thuis van willen maken? Als ik wist dat Hij vanuit de woonkamer meeluisterde, zou ik dan zuchten om het zoveelste verzoekje van dochterlief?

We mogen ál ons werk doen voor Hem. En dat verandert ook iets aan de manier waaróp ik dat doe.

De tweede mijl

De Heere Jezus zegt in de bergrede: En zo wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem twee mijlen (Mattheüs 5:41). In die tijd hadden romeinse soldaten het recht om burgers op te dragen hun bagage te dragen voor de duur van een mijl. Al was je onderweg naar een belangrijke afspraak, je had te gehoorzamen. Een tweede mijl mee lopen was niet verplicht. Maar juist dát is wat de Heere Jezus vraagt. Laten we niet alleen doen wat persé moet of van ons verwacht wordt. Maar laten we eens nadenken: ‘hoe kan ik vandaag een tweede mijl gaan’?

Ergens las ik: ‘juist tijdens die tweede mijl ontstaan de gesprekken. Dan vraagt de soldaat aan zijn drager waarom hij dit wil doen en is er de mogelijkheid om te getuigen van de Heere Jezus.

Zou dat in ons dagelijks werk ook niet vaak zo zijn? Dat we juist tijdens die ‘tweede mijl’, die de ander niet verwacht, iets kunnen doorgeven van Wie de Heere Jezus is, aan onze kinderen of anderen?

Is één mijl niet genoeg?

Misschien denk jij: ‘wat moet ik weer veel. Ik heb al moeite genoeg om de eerste mijl te volbrengen in mijn huis de opvoeding van onze kinderen. Al die dingen die van me verwacht en gevraagd worden krijg ik maar nauwelijks gedaan. En nu zeg jij dat ik nog méér moet doen?

Ik herken het. Tussen het schrijven van het begin en het einde van dit blogartikel waren er genoeg momenten in ons gezin die mij de moed in de schoenen deden zinken en waardoor ik me voornam dit artikel nooit af te maken. Want wéér viel ik uit toen een van de kinderen niet goed luisterde, in plaats van haar hart op te voeden. Wéér volbracht ik het bedritueel haastig om er maar zo snel mogelijk mee klaar te zijn. Wéér waren er onafgemaakte to-d0lijstjes waar dingen op stonden die echt wel belangrijk waren maar toch niet lukten. Een tweede mijl gaan? Ik krijg de eerste al niet voor elkaar.

De tweede mijl vraagt dan ook niet in de eerste plaats meer werk van ons, maar vooral iets van ons hart. Zijn we bereid om niet onszelf, maar de Heere en de ander in het middelpunt te zetten? Doen we ons werk, net als die vrouw die bedden opmaakte, met liefde alsof het voor Hem is (en het is voor Hem!)

Vraag het je eens af deze week, bij al die tijdrovende klusjes die zo onbetekenend lijken en bij al die akkefietjes waarbij de kinderen je nodig hebben: hoe zou ik dit doen als Hij erbij was (en Hij is erbij!)

Genade

Het beantwoorden van deze vragen laat mij zien wat er in mijn hart leeft. Het laat mij zien hoe vaak mijn godsdienst iets is in mijn gedachten en niet in mijn daden. En hoe hard ik er ook tegen vecht, mezelf veranderen lukt maar niet. Het laat mij zien: ik leef slechts door genade. Het maakt me weer heel afhankelijk van Hem. Wat een voorrecht om ‘s avonds onze zonden (ook die van ‘tekort aan liefde’) aan de Heere te belijden. En ‘s morgens ons werk (van bedden opmaken tot klitten uitkammen en van ruzies uitpraten tot het aanrecht opruimen) aan Hem te mogen opdragen en Hem te vragen om ons te leren het met liefde voor Hem te doen en niet voor mensen.

P.S. Een prachtig boekje dat helaas niet goed verkrijgbaar meer is, maar zeker het lezen waard als je het kunt vinden is De tweede mijl van Isobel Kuhn. Deze vrouw werkte als zendelinge in China en in dit boekje beschrijft ze zes verhalen van mensen die zij ‘de tweede mijl’ zag gaan.

Beeld: Mirjam Ordelman

Elise Pater

Elise Pater is getrouwd met Bart, moeder van vier en woont in Ede. Ze ziet ernaar uit dat gezinnen kleine kerkjes in de kerk mogen zijn, waardoor Gods Koninkrijk gebouwd wordt. Tot eer van Hem! Lees verder

Reacties

7 gedachten over “De tweede mijl van een moeder”

  1. Luther schrijft er ook heel mooi over;
    “Dát is echt God dienen, als wij doen wat God bevolen, en nalaten wat God verboden heeft. Dan zou de wereld vol zijn van het dienen van God. Niet alleen in de kerk, maar ook thuis, in de keuken, in de kelder, in de werkplaats, op het land, bij boeren en burgers – als wij ons daar maar naar wilden voegen! Dan zou een arm dienstmeisje vreugde in haar hart kunnen hebben en zeggen; nu ben ik aan het koken, ik maak de bedden op, ik maak het huis schoon – wie heeft gezegd dat ik dat moet doen? Mijn baas of bazin. Wie heeft hun die macht over mij gegeven? Dat heeft God gedaan. O, dan is het dus echt waar, dat ik niet alleen hen dien, maar ook God in de hemel, en dat God daar een welgevallen aan heeft. Kan ik dan nog gelukkiger zijn? Het is dus net alsof ik voor God in de hemel moet koken. Zó zou een mens bij al zijn moeite en verdriet vrolijk zijn en goedsmoeds; niets zou hem zwaar vallen als hij zo tegenover zijn werk en beroep zou staan”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

U gaat naar de webshop