Wat is ze blij en trots. Ze mag eindelijk op een groot bed. Het ledikantje is uit elkaar geschroefd, de commode is ook gelijk een verdieping hoger gegaan en het ´grote bed´ staat nu keurig op zijn plek met ons kleine meisje erin. En iedereen die langskomt moet er even naar kijken. We hadden het beloofd. Als ze overdag helemaal zindelijk was, zou het grote bed er komen. Ik moet het woord ´kleine meid´ nu ook niet meer in de mond nemen, want ze is als heel groot, vindt ze zelf. En een beetje gelijk heeft ze wel. Ze heeft de laatste tijd heel wat stappen vooruit gezet. Haar woordenschat breidt uit, haar zelfstandigheid neemt toe. Ze gaat steeds meer meetellen en zorgt er wel voor dat we haar niet vergeten. Heerlijk, wat genieten we er met elkaar van.
Een aantal straten verderop, werden er stappen achteruit gezet. Daar ging het andersom. Zelfstandigheid nam af. Woorden konden soms niet meer gevonden worden. Gedachten verward. De weg kwijt, letterlijk en figuurlijk. Niet meer alleen kunnen zijn. Steeds meer zorg en hulp nodig. En nu is oma opgenomen in een verzorgingstehuis.
Het is confronterend. Onze peuter die groeit, levenslustig de wereld in stapt, met haar vrolijkheid en vlotte babbel veel mensen om haar vingertjes weet te winden. En dan haar overgrootoma die zienderogen achteruit gaat. Steeds minder kan en weet.
Het is het leven. Het begin en het einde. Het ene geslacht komt..
Perspectief
En als we niet meer dan dit sterfelijke leven zouden kennen en zouden belijden, was het ook maar een trieste cyclus van geboren worden- opgroeien- zelfstandig worden- aftakelen en weer sterven geweest. Maar wat heerlijk dat we verder mogen kijken, verder mogen weten en verder mogen geloven dan dit tijdelijke leven. En nog meer; dat de Heere, onze God ons verder laat kijken. Hij is immers de God van de geslachten. Dat geeft hoop en perspectief, voor onze jonge kinderen en voor hun ouders, grootouders en overgrootouders.
De psalmen spreken vaak over geslachten, ofwel generaties. Ik heb het eens opgezocht. Om hoop en houvast te vinden in deze tijd. Hoop voor de toekomst en houvast voor het heden. Misschien wel de bekendste is toch wel de ‘dooppsalm’. Het raakt me altijd weer wanneer we deze met de hele gemeente mogen zingen. God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht. Tot in het duizendste geslacht ´t Verbond met Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind (Psalm 105:5 berijmd).
Het is alsof we dan weer even verder mogen kijken dan het hier en nu. Alsof de Heere een glimp laat zien van Zijn plannen die zoveel verder reiken dan ons alledaagse leven. Hij overziet de eeuwen, Hij werkt door in de generaties.
Onderwijs uit de Psalmen
Het is alsof ik bij het opzoeken van deze psalmen bij de hand genomen wordt. En juist nu, in deze donkere en verwarde tijd, mag leren waar het om gaat. Psalm 100 spreekt over Gods trouw. Het een oproep om de HEERE te loven en te dienen met blijdschap. Met vrolijk gezang. Hem prijzen, dienen in Zijn huis. Waarom? Omdat Hij goed is, Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid bestaat. En Zijn trouw blijkt van geslacht tot geslacht.
Matthew Henry schrijft hierbij: ‘Laat dit ons aanmoedigen altijd op God te vertrouwen, dat de HEERE in eeuwigheid zal regeren in weerwil van alle boosaardigheid van de machten van de duisternis. Uw God o Sion, is van geslacht tot geslacht. Halleluja!’
Dat is een reden tot lofprijzing; Hij regeert en zal regeren. Ook als de machten van de duisternis zo groot lijken te zijn. Als je je zorgen maakt, juist over de komende generatie. Als je je afvraagt hoe je kinderen op zullen groeien. Of ze wel dezelfde vrijheid zullen kennen als wij. God is te vertrouwen. Hij blijft erbij!
Psalm 145 gaat eveneens over het loven van God. Te allen dage dat ik U loven en Uw Naam prijzen in eeuwigheid. (..) Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen, en zij zullen Uw mogendheden verkondigen (Psalm 145:2,4).
Elke dag de Heere loven? Is dat niet een beetje te veel gevraagd? Op blijde dagen kunnen we misschien wel opbrengen. En ook als de toekomst ons toelacht, kunnen we ons er wel iets bij voorstellen. Maar wat als er dreigende wolken boven ons hangen? Als je dagen gevuld zijn met zorgen? Als verdriet vanwege je kinderen, of ouders, of grootouders als een last je neer drukt? Toch wel. Matthew Henry schrijft bij deze psalm: ‘Er moet geen dag voorbij gaan al is het nog zo´n drukke of verdrietige dag, zonder dat wij God loven. God zegent ons iedere dag en doet ons goed. Daarom is er reden dat wij Hem iedere dag zullen loven en goed van Hem zullen spreken.’
Psalm 79 heeft een hele andere toon. Ook daar is ruimte voor in de psalmen. Het is een klacht, een gebed om uitredding. Een smeekbede om hulp, juist nu het zo benauwd wordt voor de dichter. Jeruzalem is in puin en de vijanden zijn gekomen. En daarom gaat het gebed omhoog. Het laatste vers een is een belofte. Als de Heere verlossing zal schenken, zal het nageslacht daarvan horen. Dan zal Zijn roem verkondigd worden. Dus, vertel het maar, als je de Heere mag kennen als je Verlosser. Laat je kinderen het horen. Dat maakt indruk, dat is een getuigenis. Dat geluid mag klinken van generatie op generatie.
We kunnen nog even doorgaan. Lees het zelf maar in psalm 22,33 ,135, 146. Allemaal oproepen om het niet te vergeten: de Heere werkt door in de geslachten. Misschien is het goed om juist in deze donkere tijd, deze psalmen er nog eens bij te nemen ter bemoediging.
De psalmen zingen
Want het geeft weer moed, als je terugdenkt aan wat de Heere in het verleden heeft gedaan. Hoe Hij door alle eeuwen heen voor Zijn volk heeft gezorgd. Daartoe worden we in deze psalmen dan ook heel vaak opgeroepen: Het roemen in Gods daden uit het verleden.
Dus niet de omstandigheden van het heden, maar Gods daden uit het verleden geven ons hoop en vertrouwen voor de toekomst. Kijk dus terug, benoem Zijn trouw. Misschien in je eigen leven. In het groot, maar ook in het klein. En laat dat je vertrouwen geven. Voed het oud vertrouwen weder, zoek in ´s Hoogsten lof uw lust (Psalm 42:3 berijmd). Als je ‘s morgens wakker wordt met een bezwaard gemoed. Zing! Als je halverwege de dag de blijdschap mist. Zing! Als je stille tranen huilt om de zorgen vanwege je kinderen. Zing! Al is het met gebroken stem. Al ben je nog de enige in je gezin die zingt. Zing!
En hoop en verwacht! Vanwege het voorgeslacht? Omdat zij de Heere zo lief hebben gehad? Of zo toegewijd hebben geleefd? Nee, ondánks het voorgeslacht. Misschien is er in jouw familie weinig getuigenis van het werk van de Heere. Laat het dan bij jou beginnen. Laat je kinderen dan van jou horen Wie de Heere voor je is. Of wat je verlangen is. Misschien hakkelend. Vol gebrek. Zing!
Ondanks wie je zelf bent. Ondanks hoe je de doopbelofte veel te vaak laat liggen. Ondanks je eigen zonden en gebreken. Maar vanwege de God van het verbond. De God van trouw. De God van ons voorgeslacht. Daarom is er verwachting. Voor kleine peuter van drie, die elke dag groeit en wijzer wordt. Voor overgrootoma van 86, die elke dag een stapje achteruit moet doen. Er is een Toekomst. Ook wanneer die toekomst bedreigend lijkt. Het zaad zal Hem dienen, het zal den Heere aangeschreven worden tot in geslachten (..) omdat Hij het gedaan heeft! (Psalm 22: 32).
Wat mooi dat je de Bijbel zo vertaalt naar de praktijk van de dag. Voor mijzelf was dit tot bemoediging dat niemand voor de Heere onbereikbaar is. Hij laat de kinderen tot Zich komen, ook al zijn wij soms hinderpalen. Hij zal uw uitgang en ingang bewaren van nu aan tot in der eeuwigheid. De HEERE (Verbondsnaam) zal u bewaren van alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. (Psalm 121 : 7 en 8).
Dat was mij tot troost toen ik met mijn dochtertje van 4 naar mijn moeder ging die in een verpleeghuis zit, omdat ook haar gedachten zo achteruit gaan. En ik deze psalm met mijn moeder las. En na het samen zingen en bidden keek ze mij met een glimlach aan. ‘Bedankt’ was het enige wat ze zei. Toen dacht ik terug aan de vele momenten dat ik bij haar aan de keukentafel zat, tussen de middag uit school en zei mij uit de Kinderbijbel voorlas. Het was eigenlijk geen voorlezen, maar vertellen, getuigen van wat er in haar hart was. Daarin was ze mijn voorbeeld. En dan mag ik nu, jaren later diezelfde Bijbel opendoen en haar teruggeven wat ze mij gaf. Wat ze zelf samen met mijn vader beloofd had toen zij mij ten doop hielden. ‘ En of gij niet beloofd en voor u neemt, dit kind, als het tot zijn verstand zal gekomen zijn, waarvan gij vader en moeder zijt, in de voorronde leer naar uw vermogen te onderwijzen, te doen en te helpen onderwijzen?’
Nu lijken de rollen omgedraaid. Een kind wat nog tot zijn verstand moet komen, in ontwikkeling is. Zoveel leert elke dag, dat mocht en mag in mijn leven gebeuren, in het leven van mijn dochtertje. En zou de Heere dan niet doorgaan met Zijn werk ook al gaan mijn moeders gedachten achteruit? De HEERE zal u bewaren van alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren! (Ps. 121: 7) Hij blijft de HEERE, de God van het verbond!
Wat treffend verwoord! 2 weken geleden stonden wij met onze dochter van 5 aan het open graf van oma en omi. Ze mocht 89 worden. Ook daar was de levenscyclus rond, zoals de ouderling zei in zijn laatste woord. Verdriet om haar heengaan en gemis, maar wat is het dan mooi en goed om terug te gaan naar God’s Woord wat eeuwig zeker is!
Wat een prachtig mooi stukje. Zo vertelde ik deze week mijn lieve oma ( ze is 92 jaar en gaat erg achteruit) dat we opnieuw een kindje verwachten. 1 van haar reactie was; het gaat allemaal maar door; en toch is er voor iedereen een eeuwigheid. Ook dit kindje heeft een ziel. Kan haar niet meer helemaal verstaan; maar dit gedeelte hoorde ik wel goed. Ze was meteen bekommerd om de ziel van het kleintje. Zal m’n oma het nog mee maken? Het maakt het me wel eens bang: in welke wereld groeit dit kindje op, wat gaat het allemaal meemaken. Maar tegelijkertijd wil de Heere dat ook dit kindje er zal komen, Hij gaf mij deze zwangerschap..dan is het ook ‘goed’. Zijn trouw gaat door van geslacht op geslacht. Dan vraag ik maar eenvoudig zoals zo mooi in het boek ‘Ik loof u’ staat: Neem zijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot Uw werk. Maak dat hij zijn voeten zet op de wegen van Uw wet.