‘Regels bieden een belangrijke bescherming voor je kind, maar geen enkele regel is bij machte om je kind van zijn dwaasheid te verlossen. (…) De enige hoop voor een dwaas is Gods ontzagwekkende, reddende, vergevende, veranderende genade. Dit betekent dat wij als ouders geroepen worden niet alleen vertegenwoordigers te zijn van Gods heilige gezag, maar ook van Zijn verlossende genade.’
Opvoedboeken zijn er veel. Voor elk wat wils. Christelijk of niet. Allerlei methodes over hoe je de dingen aan moet pakken. Over opvoeden is altijd wel te schrijven of spreken. De boze buien van je dochter kunnen echt minder. En dat je kinderen niet luisteren, moet je gewoon anders aanvliegen. Het ligt meestal niet aan je kind, maar aan de manier waarop jij je kind aanspreekt. Als jij er anders mee omgaat, zullen de dingen anders worden. De omgeving moet anders, de prikkels zijn teveel, de verwachtingen zijn te hoog, enz. En dat kan zo zijn. Laten we ons goed bewust zijn van onze houding. Van de manier waarop we onze vragen stellen, opdrachten geven, gehoorzaamheid verwachten of de aandacht vragen van onze kinderen. En toch, altijd als ik dit soort adviezen lees, voelt het alsof het niet compleet is. Er rammelt iets aan.
Dat ‘iets’ vond ik in het boek ‘Opvoeden doe je niet alleen’ van Paul David Tripp, waar het citaat bovenaan het blogartikel uit afkomstig is. Het is het mooiste en beste opvoedboek dat ik ooit gelezen heb. Hij legt het uit.
Dwaasheid
Het gedrag van ons kind staat niet op zichzelf. Het komt voort uit zijn hart. Mijn kind is een dwaas (net als ikzelf). De dwaasheid is in het hart van de jongen gebonden zegt spreuken 22:15. Het hart van mijn kind wil de dingen van de Heere bij voorkeur niet. De weerstand die ik soms proef bij mijn kind, de onwil, het worstelen met zichzelf, met de wereld om zich heen en met ons als ouders. Opeens kreeg het een plek. Onze kinderen hebben, net als wij zelf, Gods verlossende genade nodig. Opvoeden kan alleen vanuit dat perspectief. Want alleen met het corrigeren van gedrag komen we er niet, als gedrag uit het zondige hart afkomstig is.
We moeten ons in de opvoeding daarom richten op het hart van ons kind. Samen met ons kind onderzoeken wat er leeft in dat hart, welke zonde er in is en hem wijzen op Gods genade. Niet door erboven te staan, maar door te vertellen dat je eigen hart net zo ongehoorzaam, onwillig en op zichzelf gericht is en ook genade nodig heeft.
Maar wat nu, als er ruzies zijn of ontevredenheid? Als je na een lange dag gewoon moe bent? Als het zoveel van je vraagt om de avondmaaltijd gezellig te houden? Hoe kun je dan het hart van je kind opvoeden? Is het dan niet makkelijker om vooral de wet te laten gelden? Met de vuist op tafel te slaan? Om ze eens te laten merken wie er de baas is, wat er mis gaat en dat we van dit gedrag echt niet gediend zijn? Het is zo verleidelijk om dat te doen, maar is dat opvoeden zoals de Heere vraagt? Of geven we dan vooral ruimte aan onze onbeantwoorde verwachtingen, onze frustraties en machteloosheid?
Vier woorden
Gods onzichtbare genade zichtbaar uitdelen aan je kinderen. Hoe doe je dat? Ik citeer Trip: ‘Vier woorden. Je moet deze vier woorden elke dag meedragen in het omgaan met je kinderen, omdat deze vier woorden de reddingen zaligheid van een dwaas vertegenwoordigen.’
Glorie
Je kind ziet zichzelf als middelpunt van de wereld. Bij jonge kinderen zie je dat al: ‘ík wil de blauwe beker, ík wil op het knopje duwen’, enz. Om je kind van zijn eigen glorie af te krijgen zul je het kennis moeten laten maken met een grotere glorie dan die van zichzelf. Hij moet onder de indruk komen van iets of Iemand die groter is dan hijzelf. Onze taak om de ogen van de kinderen te openen voor de ontzagwekkende glorie van God. Maar hoe kunnen we dat doen? Waar zie jij zelf de glorie van God in? Heb jij daar wel eens over nagedacht? Je kunt vandaag wijzen op die knoppen die open lijken te barsten in de tuin. Die hele felle, glimmende, nieuwe blaadjes die een weg zoeken naar het licht. De zon na al die regen dagen. Of dat baby’tje dat geboren werd in de familie. Eigenlijk zou het raar moeten zijn als we niet met onze kinderen over Gods glorie praten. Want de hele aarde, ons hele leven getuigt er toch van? God schiep deze aarde, de mens toch voor Zichzelf? We krijgen de hele dag kansen aangereikt om met onze kinderen erover te spreken. Grijpen we die kansen aan?
Wijsheid
Onze kinderen zijn dwazen, stelt Tripp. En als ik naar mijn kinderen kijk, begrijp ik wat hij bedoelt. Ze gooien zo vaak hun eigen glazen in. Hun gedrag of keuzes hebben zo vaak gevolgen die ze niet willen of niet overzien. Onze kinderen hebben wijsheid nodig. Gods wijsheid. Die moeten ze kennen, leren en weten. Maar ook als waardevol en waarheid gaan zien. Onze kinderen zijn vanuit zichzelf niet opzoek naar deze wijsheid. Wij moeten hen die wijsheid tonen. Elke dag onze kinderen voorhouden wat ze zelf niet zoeken. Dat kun je alleen doen door te laten zien hoe mooi Gods wijsheid is. Een wereld waar niemand elkaar pijn doet, niemand steelt, alle papa’s en mama’s altijd bij elkaar blijven. Waar geen jaloersheid is. Waar alle mensen te vertrouwen zijn. Want dat is de wereld die de Heere voor ons op het oog had.
Hoe breng ik dat over op mijn kinderen? Niet (alleen maar) boos worden als je je kind terecht moet wijzen. Geduldig gebruik maken van deze momenten. Niet alleen maar de regels handhaven, maar doorpraten over hoe God het allemaal zo mooi bedacht en bedoelt heeft. En natuurlijk, ik realiseer me heel goed dat dat niet altijd kan. Soms moet het gewoon klaar zijn. Sommige dingen mogen gewoon niet. En als je binnen tien minuten bij school moet staan, kun je ook niet uitgebreid met je kind op de bank gaan zitten om eens goed met hem of haar te praten. Maar laten we ook niet vaak kansen liggen?
Jezus
Het verhaal van de Heere Jezus, het reddingsplan van God voor deze wereld. Je kunt er niet vaak genoeg over vertellen aan je kinderen. Vertel het ze steeds weer, steeds weer en nog eens, nog eens. Met ander woorden misschien, met andere beelden. We hebben het zelf ook steeds weer nodig te horen. Begin met de verhalen als ze peuter zijn (of nog jonger) en stop er niet mee het te vertellen, tot ze als jong volwassenen het huis uit zijn. Hou het ze voor. Hoe de Wijsheid kwam om dwazen te redden, zodat dwazen wijs kunnen worden.
Welkom
‘Wees een zichtbare vertegenwoordiger van het geduldige, vergevende welkom dat God verleent aan allen die tot Hem komen’, schrijft Trip. Daar heb ik nog wel wat te leren. En jij? Een geduldig, vergevend welkom bieden als ze de mist ingaan? Mijn kinderen hebben niet alleen Gods wet nodig, maar ook Zijn genade. Wij zijn geroepen om instrumenten te zijn van die genade in het hart en leven van onze kinderen. Maar dan moeten we wel beginnen bij ons eigen hart.
Als ze voor de derde keer die week te laat thuis komen voor het eten.
Als ze maar blijven vragen om extra schermtijd.
Als er gemopperd en gekibbeld wordt aan tafel.
Zijn je gedachten dan: ‘dank u wel Heere, dat ik een kans krijg om… ‘. Ik ben op die momenten meestal gewoon boos. Ik baal en voel me soms teleurgesteld. Hebben ze het nu nog niet geleerd en begrepen?!
Toch roept de Heere ons als ouders niet tot een makkelijk leven. Als wij instrumenten in Zijn handen mogen zijn voor onze kinderen, dan brengt dat moeite en strijd met zich mee. Dat hoort erbij. We mogen gebruik maken van al die opvoedingsmomenten om iets te laten zien van Wie de Heere is.
‘Het mysterie van de wijze waarop God werkt, is dat Hij dwazen zendt om dwazen te redden, en daarom is er genade voor nodig om een instrument te zijn van Gods plan van reddende genade. Ouders, hoe meer je bereid en gewillig bent om de dwaasheid waardoor jij Gods genade nodig hebt te belijden, hoe gewilliger je zult zijn om de genade te verlenen aan het dwaze hart van de kinderen die Hij aan jouw zorg heeft toevertrouwd.’
En nee, begrijp me niet verkeerd. Wij kunnen onze kinderen niet redden. Dat kan God alleen. Het is niet maakbaar. We kunnen onze kinderen niet vasthouden. Maar wij worden wel geroepen om onze kinderen te laten zien Wie God is. Om beelddragers te zijn van Hem. Om leesbare brieven te zijn voor onze kinderen (2 kor 3:3).
Wat zien onze kinderen als ze ons lezen? Wat zien ze aan ons als ze weer de fout ingaan? Zien ze dan iets van wie God in Christus wil zijn voor zondige mensen? Ik voel me hopeloos tekort schieten. Mijn beeld is vervormd, soms troebel, de brief bij tijden onleesbaar. Laat het ons gebed zijn of we Gods beeld meer en meer mogen laten zien aan onze kinderen. En Hij heeft belooft dat als we bidden naar Zijn wil, Hij horen zal (1 Joh. 5:14 en Joh. 14:13 en 14).
Bij ons in huis hangen tegenwoordig briefjes. Gewoon hier en daar. Kleine briefjes met één woord. Op de spiegel in de badkamer, naast mijn bed, in de hal, op het keukenkastje. Glorie- Wijsheid- Jezus-Welkom. Opdat ik niet vergeet!
P.S.: Ben je nieuwsgierig naar het boek? Helaas is het niet meer leverbaar. Het uittreksel van het boek kun je hier wel vinden.
In het Engels is ‘ie er nog wel: ‘Parenting: 14 Gospel Principles That Can Radically Change Your Family.’
Heel mooi!