Nog even en ze mogen weer…naar school. Inmiddels weten de kinderen al een aantal weken welke leerkracht ze volgend schooljaar krijgen en hebben ze daar al een poosje aan kunnen wennen. Misschien een wenmoment net voor de vakantie met hun nieuwe leerkracht in hun nieuwe lokaal. De oude schoolgids wordt er in de vakantie af en toe bij gepakt om even naar de foto van de nieuwe juf te kijken. Ik stel me voor dat ze in hun hoofd al rijen met tafeltjes en stoeltjes vormen in hun nieuwe klaslokaal.

Een paar weken voor de vakantie voelde ik rond het schoolplein de spanning toenemen. Vooral bij moeders. Welke juf of meester krijgt mijn kind volgend jaar? Onze kinderen zitten op een grote school met meerdere groepen per leerjaar. Dus er is nogal wat mogelijk. Ik moet er altijd wel een beetje om grinniken. Al die speculaties, al die wensen, al die ik-wil-het-beste-voor-mijn-kind gevoelens. Het maakt me ook altijd een beetje huiverig om me erin te mengen. Want als ik mijn oor te luister leg, dan schrik ik soms ook wel een beetje.

Een moeder die hartgrondig belooft dat als haar kindje dié juf krijgt, ze direct naar school zal bellen.
Een moeder die in geuren en kleuren al haar teleurstellingen over leerachterstanden van haar kind ten toon spreidt die ze wijt aan de slechte ordehandhaving van die ene meester.

Ik vraag me – al denkend aan wat ik om me heen hoor en wat ik er soms zelf over denk – af: Wat leert mijn kind van de manier waarop ik spreek over school en over de leerkrachten? Wat horen en voelen ze in mijn spreken en kijken naar hen?

Aan het begin van dit nieuwe schooljaar geef ik je graag wat gedachten en aansporingen mee…

1.Probeer (voor)oordelen te vermijden, spreek over anderen met respect

Al die (ver)oordelende woorden. Is dat allemaal écht waar? Leerkrachten over wie op het schoolplein gepraat wordt, kunnen zich helemaal niet verweren.

Wat is het doel, wat heeft het voor effect? Is het respectvol, opbouwend? Zelfs al zou je twijfels hebben bij een leerkracht, de weg van de speculatie of veroordeling is gevaarlijk. Ga er niet in mee. Praat niet negatief over de leerkracht in het bijzijn van je kind, ook niet als je reële zorgen hebt. Want hoe zal je kind straks de eerste schooldag naar school gaan als het weet dat papa en mama hun nieuwe juf echt onbekwaam en niet geschikt vinden?

Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen. (Efeze 4:29)

2. Deel je zorgen en verwachtingen

Aan het begin van het jaar is er op veel scholen een contactmoment met de leerkracht. Je kunt dit moment aangrijpen om aan de leerkracht uit te leggen wat ze moet weten over je kind. Je kunt je vragen stellen en eventueel je zorgen uiten. Bespreek welke verwachtingen je hebt en vraag door naar de doelen en de aanpak van de juf of meester. Openheid en verbinding door zo’n gesprek kan al veel bijdragen aan wederzijds vertrouwen.

Gaandeweg het jaar komen we er vanzelf achter hoe ons kind een juf of meester ervaart. Ook dan is open contact belangrijk. Is je kind blij en gaat het met plezier naar school? Deel dat eens! Spreek je waardering uit, ook al is het maar in een paar woorden. Dat doet goed!

Ieder mens maakt fouten, ook op school. We kunnen – samen met onze kinderen – teleurgesteld raken in een leerkracht. Het is goed als we ook dat respectvol en met tact benoemen. Geef een leerkracht de gelegenheid om iets met je feedback te doen en verwacht niet dat je binnen enkele dagen verandering ziet.

Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo. En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid. En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en wees dankbaar (Kolossensen 3:13-15).

3. Vergelijk leerkrachten niet met elkaar, maar ga op zoek naar de kracht van de leerkracht en waardeer dat

We kunnen terecht teleurgesteld raken. Maar soms vraag ik mezelf ook weleens af of we niet te hoge verwachtingen hebben. Op de website van onze basisschool wordt een leraar als het volgt beschreven:

‘Een leraar is te typeren als een:

• herder: Hij draagt zorg voor de leerlingen en beschermt hen tegen fysieke bedreigingen.
• tuinier: Hij geeft iedere leerling de juiste zorg, toont respect en meeleven. Hij ploegt, zaait, verzorgt en ziet uit naar de oogst.
• leraar: Hij is gericht op het overdragen van kennis, vaardigheden, houding en inzicht en de vorming van de leerling (verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, geweten).
• gids: Hij wijst de weg, neemt bij de hand en leidt leerlingen om de betekenis te begrijpen van de dingen om hen heen.
• profeet: Hij onderwijst leerlingen over God en Zijn Woord met het doel dat zij hun vertrouwen op God zullen stellen, in Hem gaan geloven en Hem zullen liefhebben en dienen.’

 Als ik dit lees ben ik overtuigd van de verantwoordelijkheid van onze leerkrachten. Ze zijn de medeopvoeders van onze kinderen en we mogen daarom bovenstaande grote verwachtingen van hen hebben. Maar daarbij komt wel dat ieder zijn éigen gaven en kwaliteiten heeft. De ene juf heeft veel creativiteit en maakt de mooiste dingen met haar klas. De ander is een geboren verteller en vertelt verhalen waar de kinderen thuis is geuren en kleuren over vertellen. Een meester, die zijn hand er niet voor omdraait om regelmatig een leerzaam uitje te organiseren. En daar tegenover die juf, die het juist helemaal niet overziet om grote dingen te organiseren. Maar zij valt op door de betrokkenheid en liefde voor íeder kind persoonlijk.

En den ene gaf hij vijf talenten, en den ander twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn vermogen, en verreisde terstond (Mattheus 25:15).

4. Zie school als een plaats waar kinderen worden voorbereid op een leven in de maatschappij

Wat fijn als je kind een klik heeft met de leerkracht. Als je dochter na schooltijd graag nog even blijft om te helpen en als je zoon opkijkt tegen zijn meester. Soms kan het gebeuren dat er niet zo’n goede klik is en dat een jaar moeizaam verloopt. Het ene kind floreert bij een juf en meester, een ander vindt het maar moeilijk om een goede band te krijgen. Wat jammer als dat precies jouw kind betreft. Je gunt je kind plezier, een fijn schooljaar.

Toch is dat leerproces iets wat al begint in de kinderjaren. We willen onze kinderen leren leven met de realiteit van alledag. En daar horen ook moeilijkere relaties bij. Ze hebben het nodig om te leren hoe ze daarmee kunnen omgaan. Het is belangrijk dat we kinderen erkennen in wat ze lastig vinden. Maar ook om samen op zoek te gaan naar hoe ze, ondanks de moeilijke band met juf of meester, tóch een goed jaar kunnen hebben. En schroom daarin dan ook niet om de leerkracht erin te betrekken! Je hebt als het goed is hetzelfde verlangen: het beste voor het kind en zijn of haar ontwikkeling.

Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u (1 Petrus 5:7).

5. Wees biddend betrokken

Hoe onze kinderen het ook gaan vinden op school, één ding is zeker: zij hebben de hulp en zegen van de Heere nodig dit jaar. En niet alleen zij, maar ook hun leerkrachten. Laten we dat dan ook aan onze kinderen overbrengen!

Laten we aan het begin van het schooljaar, samen met ons kind, onze handen vouwen. Ons buigen voor de Heere, en dit hele nieuwe jaar aan Hem opdragen. Laten we bidden om kracht voor de nieuwe meester of juf. Of ze Gods genade mogen kennen in hun leven en dat ook mogen doorgeven aan de kinderen. Bid voor het bestuur, dat ze zich voor alles keuzes die gemaakt moeten worden mogen laten leiden door de Heere. Bid voor IB’ers, om wijsheid om te zien welke zorg leerlingen nodig hebben. Bid voor de kinderen, of ze veel mogen leren in dit nieuwe jaar. In het Bijbelonderwijs, is het andere onderwijs. Bid voor je kind, dat ze hun schoolwerk ijverig mogen doen en dat ze wijsheid krijgen in het leren. Bid dat ze tot zegen mogen zijn op school. Bid voor een goede band met de leerkracht en dat ze het gezag van de leerkracht zullen erkennen. En bid ook voor de kinderen die school moeilijk vinden, om welke reden dan ook! Leer je kind niet negatief spreken, maar afhankelijk en biddend leven!

En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem
gegeven worden (Jakobus 1:5).