We sloten de dag af met gebed. Mijn zoon van acht bad: ‘Heere, soms heb ik niet zo’n groot geloof. Wilt u het heel erg groot maken?’ Een blik in zijn hart. Hij stelde er de laatste tijd wel vaker vragen over. Of hij zei het: ‘Ik weet niet zeker of ik wel echt geloof.’ Als kinderen ouder worden, wordt de kinderlijke vanzelfsprekendheid van het geloof minder. Er komen vragen. Misschien wel vragen die je zelf ook hebt. Hoe reageer je dan? Vind je het maar lastig en ingewikkeld en wuif je het daarom maar snel weg? Of word je geïrriteerd, omdat ze raken aan pijnlijke twijfels in je eigen hart? Of…laat je jezelf ook stilzetten door de vraag en ga je in gesprek?
Levensvragen
Wanneer kinderen ouder worden, wordt hun wereld groter. Ze maken meer dingen mee, ontmoeten kinderen in de buurt die anders denken en ze vangen nieuwsberichten op. Ze gaan logischer nadenken en worden kritischer. In alles wat ze horen of zien, proberen ze verbanden te leggen. Dat levert al met al genoeg nieuwe vragen op. Levensvragen, want kinderen proberen zich tot alles te verhouden. Ze vragen zich onbewust af wie ze zijn en hoe ze zich verhouden tot de wereld om hen heen. De zichtbare wereld, maar ook de wereld die ze niet kunnen zien en waar ze wel veel mee bezig zijn: de wereld van de Bijbel en van God.
Ik vind het bijzonder om te merken als kinderen hun vragen en gedachten hierover kunnen en durven uiten. Dat ze vertrouwen hebben en zich dus veilig genoeg voelen om met je in gesprek te gaan. In Deuteronomium 32:7 stimuleerde de Heere de kinderen al om aan hun ouders hun vragen te stellen. “Denk aan de dagen van vroeger tijd; let op de jaren van generatie op generatie. Vraag het uw vader, hij zal het u vertellen, vraag het uw oudsten, zij zullen het u zeggen.” En het doel daarvan was dat de ouders hen zouden vertellen wie de Heere door alles heen is, in álle vragen en antwoorden gaat het uiteindelijk om Hem!
In gesprek
Sommige vragen van kinderen zijn heel diepgaand. Anderen soms bijna grappig. Neem toch je kind in alles serieus en ga er op een ongedwongen manier over in gesprek. Maar hoe pak je dat nu aan?
- Geef je kind al je aandacht. Leg weg waar je mee bezig bent en wees beschikbaar. Dat kan natuurlijk niet altijd. Maar wat houdt je tegen om dat op een ongelegen moment gewoon te zeggen: ‘Ik vind dat een heel belangrijke vraag waar ik echt even de tijd voor wil nemen. Nu lukt me dat even niet, zullen we er vanavond over verder praten?’
- Herhaal vraag in andere bewoordingen om te controleren of je de vraag goed hebt begrepen.
- Erken je kind in zijn of haar vraag. Er zijn nooit domme vragen!
- Geef de vraag terug: ‘Wat denk je zelf?’ Een kind heeft er, zeker als hij al wat ouder is, vaak zelf al over nagedacht en zijn benieuwd hoe je er als ouder over denkt, of zijn er niet uitgekomen.
- Vraag eens door naar de reden van de vraag: Hoe komt het dat je hierover nadenkt? Waarom vraag je je dat af?
- Moeilijke vragen zijn niet erg! Zeg maar gewoon dat je het antwoord niet weet. Wanneer je kind jong is, kun je aangeven dat je het antwoord gaat opzoeken en er later op terug komt. Bij een ouder kind is het ook mooi om samen op zoek te gaan. Op die manier leer je hen zelf ook hoe je zoiets aan kan pakken. Ga in gebed, vraag God om inzicht. Pak de Bijbel erbij en/of een verklaring. Of ga op zoek naar een boekje of preek over dit onderwerp.
- Ga in gesprek van hart tot hart. Vragen van kinderen zitten vaak diep, komen uit hun hart. Wanneer je als ouder reageert vanuit je hart en hen daarin een blik gunt, ontstaat er echte verbinding en kan zo’n moment veel waard zijn. Voor jezelf en voor je kind: goud!
Góds daden vertellen
Wanneer die verbinding met je kind ontstaat, zul je ontdekken dat het niet direct om kennis gaat. Natuurlijk is het mooi als je je kinderen op cognitief niveau een antwoord kan geven op hun vragen. Maar de vragen van onze kinderen roepen vooral verhalen op. We mogen in het beantwoorden van hun vragen iets vertellen over wie de Heere is. Daar draaide het bij het volk Israël ook om!
Ik moet denken aan verschillende momenten vanaf de uittocht totdat het volk bij Kanaän is. Voortdurend worden ouders opgeroepen om hun kinderen ‘de loffelijke daden van de HEERE’ bekend te maken. Dat begint al meteen wanneer de HEERE het volk uit Egypte gaat leiden. Het Pascha wordt ingesteld, en dat niet voor één keer. Nee, vanaf dat moment moet het volk het ‘tot in eeuwigheid’ houden. Waarom? Omdat kinderen dan vragen gaan stellen: ‘En het zal gebeuren, als uw kinderen tegen u zullen zeggen: Wat betekent deze dienst voor u? dat u moet zeggen: Dit is een Pascha-offer voor de HEERE, Die in Egypte de huizen van de Israëlieten voorbijging, toen Hij de Egyptenaren trof en onze huizen bevrijdde.’ (Ex. 12:26-27)
Ditzelfde klinkt bij de uitleg van de wet in Deuteronomium 6:20: ‘Wanneer uw zoon u morgen vraagt: Wat zijn dat voor getuigenissen, verordeningen en bepalingen die de HEERE, onze God, u geboden heeft dan moet u tegen uw zoon zeggen: Wij waren slaven van de farao in Egypte, maar de HEERE heeft ons met sterke hand uit Egypte geleid. En de HEERE gaf tekenen en wonderen, groot en onheilbrengend, in Egypte, aan de farao en aan zijn hele huis, voor onze ogen. Maar ons leidde Hij daarvandaan, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven, dat Hij onze vaderen onder ede beloofd had. En de HEERE gebood ons al deze verordeningen te houden, om de HEERE, onze God, te vrezen, ons ten goede, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals het op deze dag is.’
Ook de gedenkstenen in de Jordaan werden met dit doel opgericht: Om kinderen uit te nodigen vragen te stellen en zo ouders de gelegenheid te geven om iets te vertellen over Gods machtige daden.
Reageer jij ook zó op de geloofsvragen van je kind? Niet enkel met: ‘Daar staat het zo.’ Of ‘Wij leren…’. Maar ben jij een verhalenverteller? Kun jij momenten vertellen aan je kinderen waarin je de Heere aan het werk zag? In je eigen leven, of in het leven van je familie? Dat hoeft niet met grote woorden, maar laat door de eenvoud en kwetsbaarheid van persoonlijke verhalen of ervaringen van Gods wonderlijke daden je kind op God gericht mogen worden.
Onmogelijk?
‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.’ (Jakobus 1:5)
Mogelijk!
‘Kom, kinderen, luister naar mij, ik zal jullie de vreze des HEEREN leren.’ (Psalm 34:12)
- Als je het fijn vind om handvatten te krijgen bij concrete vragen, dan is het boekje ‘Wie heeft God eigenlijk gemaakt’ van Nieske Selles-ten Brinke aan te raden. Dit boekje is een fijn hulpmiddel om met je kind in gesprek te gaan en samen te zoeken naar antwoorden. De schrijfster geeft geen kant en klare antwoorden, maar geeft vooral fijne handvatten en gespreksrichtingen. Daarbij laat ze veel ruimte voor je eigen verhaal en achtergrond.
Iedere vraag kent een vaste opbouw met uitleg voor een kind, tips en extra toerusting voor ouders, Bijbelgedeeltes en een opdracht om er concreet mee aan de slag te gaan. - Meer achtergronden en uitleg over ‘levensvragen van kinderen’? Deze website is erg verhelderend en geeft inzicht in de motieven en onderliggende redenen van vragen van kinderen.